
Historie
The Vespa story
Na de Tweede Wereldoorlog stond Enrico Piaggio, die na de dood van z'n vader Rinaldo Piaggio, de firma overnam, voor de zware taak om de verwoeste fabriek in Pontedera (Toscanië) weer op te bouwen.
Tijdens de oorlog werden hier vliegtuigen en helikopters gebouwd. Omdat de fabriek als strategisch punt gold, gooiden Amerikaanse bommenwerpers de fabriek plat. Toen de soldaten terugkeerden van het front, van de gevangenschap en families herenigd werden, vroegen ze werk aan de fabrieken. Maar ze leefden in een land dat een schrijnend gebrek had aan wegen en daardoor ook aan communicatie.
Er was een complete wanorde van de treinlijnen en een totaal gebrek aan transportmiddelen. De noodzaak om een herstel van de arbeid en de handel te bespoedigen, maakte dat heel wat mensen eigenlijk nood hadden aan een voertuig dat nuttig was, praktisch in gebruik, met een minimum aan gebruikskosten en een laag verbruik.
Piaggio's eerste poging om een scooter te maken, was in 1945. Het was een prototype, Paparino (Donald Duck) genaamd en werd ontworpen en gemaakt door Vittorio Casini en Renzo Spolti. Omdat het prototype een eigenaardige verschijning was, werd er de spot mee gedreven: de pers en het publiek had er geen lucht naar. Enrico Piaggio noemde het zelf een 'verschrikkelijk ogend ding'. Van deze Paparino werden slechts 500 exemplaren verkocht.
Eén van de ingenieurs van de vennootschap 'Piaggio' was Corradino D'Ascanio. Hij werd onmiddellijk onder de hoede genomen van Enrico Piaggio om een studie te starten naar een nieuw project: een voertuig met twee wielen, dat voldeed aan de noden van die tijd. D'Ascanio werd geboren in Abruzzo in 1891 en stierf in Pisa in 1981. Hij kwam bij Piaggio in 1934, nadat hij ervaring had opgedaan in Amerika en nadat hij een ingenieursdiploma had behaald in het polytechnische instituut in Turijn (1914).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog kon hij zich, als officier van de Divisie Luchtmacht in Turijn, bezighouden met het onderhoud en het bestuderen van het luchtmateriaal. In deze periode installeert hij de eerste radioverbinding in een Italiaans toestel. Daarna werd hij geïnviteerd door de Fransen om eender welk vliegtuig te reproduceren in Italië. Aangemoedigd door de Pomilio gebroeders emigreert hij naar de Verenigde Staten voor het ontwerpen en bouwen van militaire voertuigen. In 1926 maakt hij de eerste tekeningen voor een helikopter. Het derde prototype van de D.A.T.3 (D'Ascanio-Trojani) veroverd in oktober 1930 de records van hoogte, tijd en afstand in klasse G van de Internationale Luchtvaart Federatie. In 1932, nadat hij van zijn partner en financier Baron Pietro Trojani scheidde, begon hij samen te werken met Piaggio.
Het profiel van D'Ascanio dat hier werd geschetst, is dat van een goed ontwerper en een uitstekend expert wat betreft vliegtuigen. Hij had nog nooit onderzoek gedaan naar de ontwerp- en constructieproblemen van motorfietsen, maar het was hem wel opgevallen dat de toenmalige motorfietsen niet voldeden aan de wensen van de massa: teveel technische problemen en niet gebruiksvriendelijk. Hij begon te denken aan een machine dat kon gebruikt worden door een persoon die nog nooit op een motorfiets had gereden.
Een voertuig dat een aantal nadelen van de klassieke motorfiets kon doen vergeten: een reservewiel dat het probleem van de lekke banden kon oplossen, een afgedekt motorcompartiment dat bevuilde kledij diende te voorkomen, een schild voor de benen tegen het straatvuil, een eenvoudige overbrenging zonder ketting waarbij de versnellingen, de overbrenging, de motor en het achterwiel in lijn liggen (directe aandrijving). Voor de voorvork werd enige luchtvaarttechnologie aangewend: een monotube vork verving de traditionele motorfietsvork, zodat een snelle verwisseling van het wiel mogelijk werd. Het eerste prototype van betekenis werd geboren en debuteerde in 1946 op de Show in Turijn.
In April 1946, nadat Enrico Piaggio zijn ja-woord had gegeven omtrent het verder uitwerken van het prototype, kwam de eerste Vespa uit de fabriek van Pontedera. In geen tijd werd de Vespa voorgesteld aan het publiek, waarbij het tegenstellende reacties uitlokte. Niettemin twijfelde Enrico Piaggio er niet aan om meteen 2.000 stuks van de eerste Vespa 98cc te produceren.
De Vespa maakte zijn publiek debuut op de Golf Club van Rome. De eerste Vespa kreeg een 98cc motor, drie handversnellingen, een kickstarter, een maximum vermogen van 3 PK bij 4500 tpm met een maximumsnelheid van 60 km/h. Er werd een carburator van Dell'Orto gemonteerd, met een diameter van 16/17 mm. Het leeggewicht bedroeg 60 kg, de lengte 1,65 meter, de wielbasis 1,17 meter en hij werd uitgerust met 8 inch wielen (4.00.8) uit de grote voorraad vliegtuigonderdelen die ze nog hadden. Het gemiddeld verbruik was 2,5 liter per 100 kilometer, met een 5% oliemengsel. Deze Vespa werd nog het ganse jaar 1947 gebouwd en kreeg de naam Vespa 98. De aankoopprijs bedroeg 69.000 Lire.
De Vespa uit 1948 werd uitgerust met een 125cc motor, een capaciteit die werd bereikt door technologische verbeteringen. Dit nieuwe exemplaar werd voortaan uitgerust met zowel een suspensie vooraan als achteraan en een midden steun. De esthetische vorm werd lichtjes gewijzigd, de body kreeg enkele veranderingen. In datzelfde jaar zag ook de driewieler Ape (Italiaans voor Bij) het daglicht, een onmiddellijk succes door z'n veelzijdig gebruik. Door een reeks van studies, ontwerpen en ervaringen verhoogde nadien de motorcapaciteit tot 150cc. De 150 Grand Sport is daar het beste voorbeeld van.
Het profiel van D'Ascanio dat hier werd geschetst, is dat van een goed ontwerper en een uitstekend expert wat betreft vliegtuigen. Hij had nog nooit onderzoek gedaan naar de ontwerp- en constructieproblemen van motorfietsen, maar het was hem wel opgevallen dat de toenmalige motorfietsen niet voldeden aan de wensen van de massa: teveel technische problemen en niet gebruiksvriendelijk. Hij begon te denken aan een machine dat kon gebruikt worden door een persoon die nog nooit op een motorfiets had gereden.
Een voertuig dat een aantal nadelen van de klassieke motorfiets kon doen vergeten: een reservewiel dat het probleem van de lekke banden kon oplossen, een afgedekt motorcompartiment dat bevuilde kledij diende te voorkomen, een schild voor de benen tegen het straatvuil, een eenvoudige overbrenging zonder ketting waarbij de versnellingen, de overbrenging, de motor en het achterwiel in lijn liggen (directe aandrijving). Voor de voorvork werd enige luchtvaarttechnologie aangewend: een monotube vork verving de traditionele motorfietsvork, zodat een snelle verwisseling van het wiel mogelijk werd. Het eerste prototype van betekenis werd geboren en debuteerde in 1946 op de Show in Turijn.
In April 1946, nadat Enrico Piaggio zijn ja-woord had gegeven omtrent het verder uitwerken van het prototype, kwam de eerste Vespa uit de fabriek van Pontedera. In geen tijd werd de Vespa voorgesteld aan het publiek, waarbij het tegenstellende reacties uitlokte. Niettemin twijfelde Enrico Piaggio er niet aan om meteen 2.000 stuks van de eerste Vespa 98cc te produceren.
De Vespa maakte zijn publiek debuut op de Golf Club van Rome. De eerste Vespa kreeg een 98cc motor, drie handversnellingen, een kickstarter, een maximum vermogen van 3 PK bij 4500 tpm met een maximumsnelheid van 60 km/h. Er werd een carburator van Dell'Orto gemonteerd, met een diameter van 16/17 mm. Het leeggewicht bedroeg 60 kg, de lengte 1,65 meter, de wielbasis 1,17 meter en hij werd uitgerust met 8 inch wielen (4.00.8) uit de grote voorraad vliegtuigonderdelen die ze nog hadden. Het gemiddeld verbruik was 2,5 liter per 100 kilometer, met een 5% oliemengsel. Deze Vespa werd nog het ganse jaar 1947 gebouwd en kreeg de naam Vespa 98. De aankoopprijs bedroeg 69.000 Lire.
De Vespa uit 1948 werd uitgerust met een 125cc motor, een capaciteit die werd bereikt door technologische verbeteringen. Dit nieuwe exemplaar werd voortaan uitgerust met zowel een suspensie vooraan als achteraan en een midden steun. De esthetische vorm werd lichtjes gewijzigd, de body kreeg enkele veranderingen. In datzelfde jaar zag ook de driewieler Ape (Italiaans voor Bij) het daglicht, een onmiddellijk succes door z'n veelzijdig gebruik. Door een reeks van studies, ontwerpen en ervaringen verhoogde nadien de motorcapaciteit tot 150cc. De 150 Grand Sport is daar het beste voorbeeld van.

In het begin van de jaren '50 behoorde Vespa enkel tot Italië toe, net zoals pizza, pasta en paparazzi. Niettemin werd het succes snel uitgebreid naar de rest van Europa.
In 1950 werd de Vespa voor het eerst onder licentie gefabriceerd in Duitsland door Hoffmann-Werke in Lintorf. De jaren nadien kwamen Groot-Brittannië (Douglas in Bristol), Frankrijk (ACMA in Parijs), Spanje (Moto Vespa in Madrid)
en België (MISA in Jette) erbij. Nadien volgden India en Brazilië en bereikte Vespa de Verenigde Staten.
Al snel werd de Vespa geproduceerd in 13 landen en werd hij verkocht in 114 landen. Al even snel werd de Vespa gekopieerd: op 9 juni 1957 startte Izvestia in Kirov (USSR) de productie van de Viatka 150cc, een vrijwel perfecte kloon van de Vespa.
In de jaren '60 was de scooter niet langer een echt 'statussymbool'. Veel mensen konden zich immers al iets meer veroorloven dan de jaren net na de oorlog. Toch was er voor Piaggio nog steeds een grote markt weggelegd: mensen wilden in de stad leven en welk vervoermiddel was het meest geschikt om de stad te doorkruisen? Inderdaad, de Vespa!
Piaggio stelde daarom in 1963 de eerste 50cc voor: Vespa 50 (50/N). Een Italiaanse wet, ingevoegd in datzelfde jaar, die een nummerplaat verplichtte aan elke tweewieler van meer dan 50cc, lag mede aan de basis om deze nieuwe Vespa te introduceren. Door de jaren geen bracht Piaggio maar weinig veranderingen aan. In de jaren '70 zakte de scootermarkt naar een dieptepunt. Vespa's werden toen alleen nog bestuurd door studenten en opa's. De Vespa-mythe bleek uit te sterven, het aantal Vespa clubs daalde zienderogen. Fantastische modellen als de 'Touring' en de 'GS', die erin geslaagd waren om te overleven tot in de jaren '70, werden plots slechts objecten die teveel plaats innamen in de garage.
In 1950 werd de Vespa voor het eerst onder licentie gefabriceerd in Duitsland door Hoffmann-Werke in Lintorf. De jaren nadien kwamen Groot-Brittannië (Douglas in Bristol), Frankrijk (ACMA in Parijs), Spanje (Moto Vespa in Madrid)
en België (MISA in Jette) erbij. Nadien volgden India en Brazilië en bereikte Vespa de Verenigde Staten.
Al snel werd de Vespa geproduceerd in 13 landen en werd hij verkocht in 114 landen. Al even snel werd de Vespa gekopieerd: op 9 juni 1957 startte Izvestia in Kirov (USSR) de productie van de Viatka 150cc, een vrijwel perfecte kloon van de Vespa.
In de jaren '60 was de scooter niet langer een echt 'statussymbool'. Veel mensen konden zich immers al iets meer veroorloven dan de jaren net na de oorlog. Toch was er voor Piaggio nog steeds een grote markt weggelegd: mensen wilden in de stad leven en welk vervoermiddel was het meest geschikt om de stad te doorkruisen? Inderdaad, de Vespa!
Piaggio stelde daarom in 1963 de eerste 50cc voor: Vespa 50 (50/N). Een Italiaanse wet, ingevoegd in datzelfde jaar, die een nummerplaat verplichtte aan elke tweewieler van meer dan 50cc, lag mede aan de basis om deze nieuwe Vespa te introduceren. Door de jaren geen bracht Piaggio maar weinig veranderingen aan. In de jaren '70 zakte de scootermarkt naar een dieptepunt. Vespa's werden toen alleen nog bestuurd door studenten en opa's. De Vespa-mythe bleek uit te sterven, het aantal Vespa clubs daalde zienderogen. Fantastische modellen als de 'Touring' en de 'GS', die erin geslaagd waren om te overleven tot in de jaren '70, werden plots slechts objecten die teveel plaats innamen in de garage.

Begin jaren '80 kwam er een heropleving tot stand: de muffe jaren '70 werden vervangen door de hippe jaren '80... alles in functie van stijl... en Vespa hoorde daar ook bij. Mede dankzij de film "Quadrophenia" (1979) kreeg de scooterscene een aardige push! In 1982 werd de PK-serie gelanceerd... in 1985 gevolgd door de eerste PK 50 XL. Door de stijgende vraag naar scooters kwamen er plotseling een aantal kapers op de kust: inderdaad, de Japanners en de Taiwanezen hadden een product gevonden dat ze voordien nog niet massaal geproduceerd hadden. Piaggio moest snel reageren, wilde het z'n marktaandeel niet verliezen. In 1987 werd de "Cosa" geïntroduceerd. Midden jaren '90 bracht Piaggio nieuwe modellen op de markt - gedaan met de handgeschakelde en zijdelings geplaatste tweetaktmotor - maar die konden niet tippen aan de charme van de originele Vespa's. De laatste échte Vespa, de PX, dateert ondertussen al van 1993 en wordt niet meer ingevoerd in ons land, doordat deze niet-gehomologeerd is. Helaas! .
De Vespa werd het symbool van 'vrijheid tegen een haalbare prijs', wat de werkende klasse daarvoor niet kende. Jarenlang was het 's werelds bekendste en best verkochte rijtuig. Maar met de komst van sterkere en zwaardere scooters uit Azië ging het bergaf met de Vespa. Niettemin wordt de mythe in ere gehouden door talrijke gepassioneerde Vespa-rijders... mensen die er alles voor doen om de 'echte' Vespa's niet te doen vergeten! Eind 1999 werd Piaggio opgekocht door de Amerikaanse investeringsmaatschappij Texas Pacific Group voor 620 miljoen euro (25 miljard oude Belgische frank ).
De Vespa werd het symbool van 'vrijheid tegen een haalbare prijs', wat de werkende klasse daarvoor niet kende. Jarenlang was het 's werelds bekendste en best verkochte rijtuig. Maar met de komst van sterkere en zwaardere scooters uit Azië ging het bergaf met de Vespa. Niettemin wordt de mythe in ere gehouden door talrijke gepassioneerde Vespa-rijders... mensen die er alles voor doen om de 'echte' Vespa's niet te doen vergeten! Eind 1999 werd Piaggio opgekocht door de Amerikaanse investeringsmaatschappij Texas Pacific Group voor 620 miljoen euro (25 miljard oude Belgische frank ).

Al vele jaren lang is de Vespa scooter een hotseller. Vespa heeft het voor elkaar weten te krijgen om het Vespa design, welke in eind jaren ‘40 is ontstaan, nieuw leven in te blazen en opnieuw een waar succesnummer te laten worden.
Vespa is de meest verkochte scooter ooit en wordt nog steeds geproduceerd door de scooter fabrikant Piaggio. Vandaag de dag is de Vespa scooter niet alleen een pracht om te zien maar ook een technisch hoogstandje waar andere fabrikanten nog een puntje aan kunnen zuigen. Zwakke punten worden namelijk bij deze scooter fabrikant onder handen genomen en verbeterd. Zo is de scooter degelijker en betrouwbaarder dan die van de concurrent.
Waar Vespa mee vooruit loopt is een stalen body die uit een stuk bestaat. Geen losse kappen meer die kunnen scheuren en rammelen, maar een degelijk geheel. Dit maakt de Vespa een solide tweewieler welke uitmuntende rijeigenschappen geeft. Ook de kilometerteller-aandrijver is iets wat vandaag de dag nog vaak stuk gaat bij de scooter. Fabrikant Piaggio heeft dit bij de Vespa voorgoed opgelost door een technisch hoogstandje in te zetten waarbij geen ronddraaiende staalkabel meer wordt gebruikt maar een digitale magneet opnemer. Dit is betrouwbaarder en geheel onderhoudsvrij. Verder kenmerkt de Vespa zich door een voorvork waarbij het wiel slechts aan een kant is gemonteerd, net zoals bij een auto het geval is. De remkabel is voorzien van een gevlochten stalen mantel welke bij de racerij is afgekeken. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de remwerking. Bij Vespa staat niet alleen betrouwbaarheid en comfort hoog in het vaandel maar ook de veiligheid! Wereldwijd is de Vespa al jaren lang een succes en een vertrouwd gezicht in het straatbeeld. Een scooter die er niet alleen prachtig en tijdloos uitziet maar ook nog eens fenomenaal rijdt.
Vespa heeft tegenwoordig 3 motor scooter modellen welke voorzien zijn van een grotere cilinderinhoud en daarmee onder de categorie motorfiets vallen. Dit zijn de Vespa Primavera, de Vespa Sprint en de GTS 125 / 300 serie.
Vespa is de meest verkochte scooter ooit en wordt nog steeds geproduceerd door de scooter fabrikant Piaggio. Vandaag de dag is de Vespa scooter niet alleen een pracht om te zien maar ook een technisch hoogstandje waar andere fabrikanten nog een puntje aan kunnen zuigen. Zwakke punten worden namelijk bij deze scooter fabrikant onder handen genomen en verbeterd. Zo is de scooter degelijker en betrouwbaarder dan die van de concurrent.
Waar Vespa mee vooruit loopt is een stalen body die uit een stuk bestaat. Geen losse kappen meer die kunnen scheuren en rammelen, maar een degelijk geheel. Dit maakt de Vespa een solide tweewieler welke uitmuntende rijeigenschappen geeft. Ook de kilometerteller-aandrijver is iets wat vandaag de dag nog vaak stuk gaat bij de scooter. Fabrikant Piaggio heeft dit bij de Vespa voorgoed opgelost door een technisch hoogstandje in te zetten waarbij geen ronddraaiende staalkabel meer wordt gebruikt maar een digitale magneet opnemer. Dit is betrouwbaarder en geheel onderhoudsvrij. Verder kenmerkt de Vespa zich door een voorvork waarbij het wiel slechts aan een kant is gemonteerd, net zoals bij een auto het geval is. De remkabel is voorzien van een gevlochten stalen mantel welke bij de racerij is afgekeken. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de remwerking. Bij Vespa staat niet alleen betrouwbaarheid en comfort hoog in het vaandel maar ook de veiligheid! Wereldwijd is de Vespa al jaren lang een succes en een vertrouwd gezicht in het straatbeeld. Een scooter die er niet alleen prachtig en tijdloos uitziet maar ook nog eens fenomenaal rijdt.
Vespa heeft tegenwoordig 3 motor scooter modellen welke voorzien zijn van een grotere cilinderinhoud en daarmee onder de categorie motorfiets vallen. Dit zijn de Vespa Primavera, de Vespa Sprint en de GTS 125 / 300 serie.

Vespa vierde in 2017 haar 70ste verjaardag met een nieuwe uitvoering van een groot aantal Vespa modellen,
de ‘Vespa 70’ modellen kregen een exclusieve groene Azzurro kleur waarbij ook het zadel en de velgen een andere kleur hebben.
zij werden ook voorzien van een echt lederen Vespakoffer op de bagagedrager.
de ‘Vespa 70’ modellen kregen een exclusieve groene Azzurro kleur waarbij ook het zadel en de velgen een andere kleur hebben.
zij werden ook voorzien van een echt lederen Vespakoffer op de bagagedrager.

Vespa bereikt in 2021 het aantal van 19 miljoen geproduceerde exemplaren en viert zijn
75 jaar met de speciale Vespa 75th-serie die de GTS- en Primavera-families nieuwe elegantie geeft.
De kleuren van een meesterwerk. Talloze details en subtiliteiten maken de Vespa 75th tijdloos. De speciaal voor deze modellen ontworpen en traditiegetrouwe volledig stalen carrosserie komt met een gloednieuwe metallic Giallo 75th-kleur als eigentijdse herinterpretatie van de modekleuren van de jaren 40. Een herdenkingsplaatje zal u er altijd aan herinneren deze belangrijke datum niet te vergeten.
75 jaar met de speciale Vespa 75th-serie die de GTS- en Primavera-families nieuwe elegantie geeft.
De kleuren van een meesterwerk. Talloze details en subtiliteiten maken de Vespa 75th tijdloos. De speciaal voor deze modellen ontworpen en traditiegetrouwe volledig stalen carrosserie komt met een gloednieuwe metallic Giallo 75th-kleur als eigentijdse herinterpretatie van de modekleuren van de jaren 40. Een herdenkingsplaatje zal u er altijd aan herinneren deze belangrijke datum niet te vergeten.
Vespa Club Neerpelt | Toekomstlaan 18 | 3910 Neerpelt | BE28 9731 4346 1620 | All rights reserved @ VC Neerpelt